1 |
De wereld kijkt om zich heen, ontstaat dan, mooi. |
1.01 |
Hier is de wereld. |
1.011 |
De werkelijkheid glipt er hier even tussen- door. |
1.0111 |
De mogelijkheden ont- dekken de kortere weg naar de werkelijkheid: De wereld ontstaat. |
1.1 |
De wereld is alles wat evident is. |
1.11 |
De wereld wordt verwacht door het zijn, dat is alles. |
1.12 |
Het zijn belooft de mogelijke werelden te veel: De wereld. |
1.121 |
De rozen zijn misschien wat te chique vergeleken met de sterren. |
1.1211 |
Rozensterren? De sterren moeten er eens een nachtje over slapen. |
1.2 |
Een wereld leidt tot onrust. |
1.3 |
Je moet de wereld zien als een schatting. |
1.31 |
Het universum houdt er niet van zich al te stevig te universaliseren, ’s zomers uni- versaliseert het zich heel losjes. |
1.311 |
Een universum doet aan een kans den- ken wanneer het zijn con- centratievermogen verliest. |
1.312 |
Er is niet zo veel zijde nodig voor een heruniversalisatie. |
1.4 |
Het gevoel in de wereld te zijn kun je aanvullen met enig zijn, desgewenst. |
Uit Tractatus Philosophico-Poeticus. 2. udg. København: Vandkunsten, 2020 (1e dr.: 2019). Deze bundel is ook in het Engels verschenen (Lolli Editions, 2022), zie beschrijving en recensiecitaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten